4 sleutelelementen voor succesvolle onboarding van IoT-apparaten

4 sleutelelementen voor succesvolle onboarding van IoT-apparaten

Bronknooppunt: 1892226

Het onboarden van een IoT-apparaat kan een ingewikkeld proces zijn. Beheerders moeten verschillende apparaten consequent onboarden en zorgen voor een veilige verbinding.

Om een ​​IoT-apparaat aan boord te krijgen, moeten beheerders het verbinden met een lokaal netwerk en internet, zodat het apparaat zijn beoogde taken kan uitvoeren. Vervolgens moeten ze het apparaat verbinden met de specifieke applicaties die het zal gebruiken. Deze applicaties bieden extra beveiligings- en configuratielagen waar beheerders doorheen moeten navigeren bij het inrichten van IoT-apparaten.

Pak deze vier elementen aan voor een succesvolle onboarding van IoT-apparaten:

1. Plan vooruit voor gegevensopslag en -gebruik

IoT-apparaten hebben niet veel ingebouwde opslag, dus moeten ze de verzamelde gegevens uploaden naar een opslagsysteem in de cloud of op locatie. Dit betekent dat beheerders die toezicht houden op IoT-implementaties de type infrastructuur voor gegevensopslag beschikbaar voor hen, hoeveel gegevens het kan opslaan en wanneer bepaalde datastores worden geback-upt of verwijderd.

Een beleid hebben dat betrekking heeft op zowel het gebruik als het eigendom van bedrijfsgegevens die zijn verzameld via IoT-apparaten. Als een gebruiker toegang heeft tot bedrijfsgegevens op zijn persoonlijke apparaat en deze mogelijk kan opslaan of doorsturen, stem dit gebruik dan af op het beleid voor gegevensbeheer van het bedrijf. Gebruikers moeten de regels voor gegevensgebruik duidelijk begrijpen, samen met de juridische risico's voor regelovertreding.

2. Automatiseer de onboarding en provisioning van apparaten

IoT-beheerders kunnen vertrouwen op API's om apparaten in het wagenpark te voorzien en zero-touch provisioning te gebruiken - mogelijkheden die vaak zijn opgenomen in IoT-beheersoftware.

Deze opties verkorten de configuratie- en implementatietijd voor IoT-apparaten, maar ze zijn niet zonder uitdagingen. Bijvoorbeeld, zero-touch-voorziening - een manier om een ​​apparaat automatisch in te stellen en te configureren - vereist weinig handmatige tussenkomst. Toch moeten beheerders zich bewust zijn van mogelijke problemen met configuratiebestanden en sterke beveiligingsprotocollen hebben om zich te beschermen tegen hackers.

3. Gebruik zakelijke IoT-software voor apparaatbeheer

Enterprise IoT-apparaatbeheer software houdt een lijst bij van alle apparaten die geautoriseerd zijn voor netwerkgebruik en toegang. Het kan ook de machtigingen voor elk apparaat volgen en beveiligingsprotocollen afdwingen. Bovendien kan deze software de toegang tot en/of de installatie van bepaalde applicaties en gegevens per apparaat beperken.

Naast apparaatbeheer biedt IoT-software voor ondernemingen beheerders inzicht in hoe hun IoT-infrastructuur werkt. Door realtime gegevens en waarschuwingen kennen beheerders de gezondheid en status van elk op het netwerk aangesloten IoT-apparaat. IT-teams worden op de hoogte gebracht als een apparaat offline gaat of verbindingsproblemen heeft, zodat ze indien nodig problemen kunnen oplossen en hardware opnieuw kunnen inrichten.

4. Stel de juiste beveiligingsniveaus in

IoT-apparaten hebben meestal lakse standaardbeveiligingsinstellingen. Het is aan IT om deze instellingen te versterken om ervoor te zorgen dat apparaten voldoen aan de beveiligings- en governancenormen van het bedrijf.

Geef als onderdeel van het inrichtingsproces nieuwe apparaatwachtwoorden en apparaatcertificaten instellen. Deze certificaten geven IoT-apparaten een unieke identificatie, die het apparaat verifieert en beschermt tegen IP-aanvallen.

Neem de tijd om toegangscodes in te stellen op specifieke apparaten en kijk welke apparaten op rollen gebaseerde toegang nodig hebben, zodat de juiste gebruikers toegang krijgen tot de benodigde gegevens.

Zodra de apparaten zijn ingericht en geïntegreerd met de IoT-beheersoftware, stelt u automatische beveiligings- en toepassingsupdates voor nieuwe apparaten in. Apparaten moeten ook automatisch worden gevolgd, zodat de IT-afdeling het kan lokaliseren en, indien nodig, kan uitschakelen als een gebruiker een apparaat kwijtraakt of kwijtraakt.

Tijdstempel:

Meer van IoT-agenda